Ärger in het nederlands

Vertaling: ärger, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kwestie, verdriet, haatdragendheid, gramschap, boosheid, milt, wraakgierigheid, bedroeven, rancune, wrok, wraakzucht, opgave, zorgen, vraagpunt, geprikkeldheid, moeilijkheid, toorn, woede, kwaadheid, de woede
Ärger in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • allein in het nederlands - enkel, volkomen, finaal, uitsluitend, totaliter, exclusief, louter, ...
  • diwan in het nederlands - divan, boxspring, het Divan, divanbed, van Divan
  • drogerie in het nederlands - apotheker, scheikundige, chemicus, farmaceut, drogist, apotheek, drogisterij, ...
  • kapituliert in het nederlands - afkopen, afkoop, overleveringen, overgaven, de overleveringen
Willekeurige woorden
Ärger in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: kwestie, verdriet, haatdragendheid, gramschap, boosheid, milt, wraakgierigheid, bedroeven, rancune, wrok, wraakzucht, opgave, zorgen, vraagpunt, geprikkeldheid, moeilijkheid, toorn, woede, kwaadheid, de woede