Abbruch in het nederlands

Vertaling: abbruch, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
scheuren, afbraak, stukbreken, ontmanteling, opening, rust, halte, aflaten, breuk, onderbreking, schenden, sloop, opbreken, vernietiging, schorsing, statie, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden
Abbruch in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • abbremsung in het nederlands - vertraging, afremming, deceleratie, afremmen, vertragen
  • abbringend in het nederlands - aanlokkelijk, verleidelijk, verleidelijke, aantrekkelijke, aantrekkelijk
  • abbröckelnd in het nederlands - brokkelig, afbrokkelende, afbrokkelen, vervallen, crumbling
  • abbuchung in het nederlands - debetzijde, debet, debetboeking, debitering, kostenpost, afboeking, debitering en
Willekeurige woorden
Abbruch in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: scheuren, afbraak, stukbreken, ontmanteling, opening, rust, halte, aflaten, breuk, onderbreking, schenden, sloop, opbreken, vernietiging, schorsing, statie, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden