Abhandeln in het nederlands

Vertaling: abhandeln, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
versnapering, afdingen, marchanderen, snoepgoed, overeenkomst, pingelen, onderhandelen, behandelen, gaan, pakken, omgaan met, gaan met
Abhandeln in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • abhaltung in het nederlands - vermogen, eigendom, allooi, bezit, eigenschap, bezitting, landgoed, ...
  • abhandlung in het nederlands - trachten, kanselrede, sermoen, essay, courant, beproeven, verhandeling, ...
  • abhandlungen in het nederlands - proefschrift, dissertatie, scriptie, verhandeling, het proefschrift
Willekeurige woorden
Abhandeln in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: versnapering, afdingen, marchanderen, snoepgoed, overeenkomst, pingelen, onderhandelen, behandelen, gaan, pakken, omgaan met, gaan met