Abzug in het nederlands
Vertaling: abzug, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vertrek, korting, uitgang, ontsnapping, uitweg, vulkaan, stortplaats, ontsnappen, afrit, trekker, rabat, gevolgtrekking, uittocht, afvaart, ontvluchten, ontkomen, aftrek, inhouding, vermindering, deductie
Verwante woorden
Vertalingen
- abzielen in het nederlands - bedienen, doel, bedoeling, streven, doelstelling, teneinde
- abzielend in het nederlands - Mikken, Streven, Richten, gericht, Het streven
- abzugsbügel in het nederlands - trekker, leveren, te leveren, afleveren, levert, brengen
- abzugsfähig in het nederlands - aftrekbaar, aftrekbare, aftrekbaar zijn, verrekenbare, eigen risico
Willekeurige woorden
Abzug in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vertrek, korting, uitgang, ontsnapping, uitweg, vulkaan, stortplaats, ontsnappen, afrit, trekker, rabat, gevolgtrekking, uittocht, afvaart, ontvluchten, ontkomen, aftrek, inhouding, vermindering, deductie
Vertalingen: vertrek, korting, uitgang, ontsnapping, uitweg, vulkaan, stortplaats, ontsnappen, afrit, trekker, rabat, gevolgtrekking, uittocht, afvaart, ontvluchten, ontkomen, aftrek, inhouding, vermindering, deductie