Amtssitz in het nederlands
Vertaling: amtssitz, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zetten, bril, baan, ambt, bips, plaatsen, kantoor, bureau, betrekking, zetel, bureel, achterste, plaats, werkkring, zitvlak, zitplaats, residentie, woonplaats, verblijfplaats, woning, verblijf
Verwante woorden
Vertalingen
- amtsführung in het nederlands - administratiekantoor, administratie, beheer, toediening, bestuur, Office management, het office management, ...
- amtsinhaber in het nederlands - ambtsdrager
- amtstracht in het nederlands - Office, kantoor, Bureau, zetel
- amtstrachten in het nederlands - kantoor, Office, Bureau, zetel
Willekeurige woorden
Amtssitz in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: zetten, bril, baan, ambt, bips, plaatsen, kantoor, bureau, betrekking, zetel, bureel, achterste, plaats, werkkring, zitvlak, zitplaats, residentie, woonplaats, verblijfplaats, woning, verblijf
Vertalingen: zetten, bril, baan, ambt, bips, plaatsen, kantoor, bureau, betrekking, zetel, bureel, achterste, plaats, werkkring, zitvlak, zitplaats, residentie, woonplaats, verblijfplaats, woning, verblijf