Angehöriger in het nederlands
Vertaling: angehöriger, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
familielid, relatief, verwant, betrekkelijk, bloedverwant, ,
Verwante woorden
Vertalingen
- angehörige in het nederlands - relatief, familielid, verwant, betrekkelijk, bloedverwant, lid
- angehörigen in het nederlands - onderdanen, staatsburgers, onderdaan, onderdanen van, de onderdanen
- angekauft in het nederlands - gekochte, aangekocht, gekocht, aangeschaft, kocht
- angeketteten in het nederlands - geketend, vastgeketend, geketende, keten, geschakeld
Willekeurige woorden
Angehöriger in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: familielid, relatief, verwant, betrekkelijk, bloedverwant, ,
Vertalingen: familielid, relatief, verwant, betrekkelijk, bloedverwant, ,