Arbeitsentgelt in het nederlands

arbeitseinsatz in het nederlands - taak, opdracht, beroepsactiviteit, werkzaamheid, werkactiviteit, werkterrein, arbeidsactiviteit
arbeitseinstellung in het nederlands - werksetting, werkomgeving, werksituatie
arbeitsergebnis in het nederlands - ontwikkeling, eliminatie, opbrengst, rendement, inkomen uit arbeid, arbeidsinkomen, het inkomen uit arbeid, ...
arbeitsfähig in het nederlands - kunnen werken, kan werken, kunnen samenwerken, staat om te werken, om te werken

Willekeurige woorden

centimeter

dommekracht

formule in het engels

glad in het engels

scenario in het engels

Arbeitsentgelt in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: verdienste, gage, bezoldiging, betaling, wedde, traktement, salaris, loon, arbeid, arbeidskosten, arbeidskrachten, arbeidsmarkt, arbeids-