Arbeitspause in het nederlands

Vertaling: arbeitspause, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opening, interruptie, stilte, pauze, breuk, stukbreken, rust, afbreken, schorsing, bres, onderbreking, doorbreken, verbreken, gaping, schenden, scheuren, werken, werkende, werkt, het werken, te werken
Arbeitspause in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • arbeitsmann in het nederlands - werkende man, werkende mens, arbeider, werkman
  • arbeitsmonat in het nederlands - werkmaand
  • arbeitspensum in het nederlands - werk, werken, werkzaamheden, het werk, work
  • arbeitspferd in het nederlands - werkpaard, werkpaarden, workhorse, echt werkpaard, werkpaard voor
Willekeurige woorden
Arbeitspause in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: opening, interruptie, stilte, pauze, breuk, stukbreken, rust, afbreken, schorsing, bres, onderbreking, doorbreken, verbreken, gaping, schenden, scheuren, werken, werkende, werkt, het werken, te werken