Aufbauen in het nederlands

Vertaling: aufbauen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
funderen, oprichten, stichten, verheffen, gesticht, gronden, opleiden, kont, telen, baseren, vaststellen, poten, keerzijde, opfokken, instellen, kweken, opbouwen, bouwen, opbouw van, opbouw, opgebouwd
Aufbauen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aufatmend in het nederlands - zucht van verlichting, zucht van opluchting, opgelucht, sigh van hulp, opgelucht adem
  • aufbau in het nederlands - structuur, bouw, samenstelling, constructie, inrichting, structuur van, de structuur, ...
  • aufbauend in het nederlands - gebouw, bouw, bouwwerk, building, pand
  • aufbauschend in het nederlands - bouw, constructie, de bouw, tweedehands, aanleg
Willekeurige woorden
Aufbauen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: funderen, oprichten, stichten, verheffen, gesticht, gronden, opleiden, kont, telen, baseren, vaststellen, poten, keerzijde, opfokken, instellen, kweken, opbouwen, bouwen, opbouw van, opbouw, opgebouwd