Aufkauf in het nederlands
Vertaling: aufkauf, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vlugheid, buit, slag, acquisitie, aanwinst, handigheid, verwerving, prooi, bedrevenheid, vaardigheid, opkopen, opkopen van, het opkopen, het opkopen van, opgekocht
Verwante woorden
Vertalingen
- aufhäufend in het nederlands - klonteren, samenklontering, klontering, samendoen, clumping
- aufhören in het nederlands - ophouden, aftreden, afbreken, stopplaats, logeren, stopzetten, afzetten, ...
- aufklappend in het nederlands - gat, initiatief, opening, mond, neiging om, neigt te, de neiging om, ...
- aufkleber in het nederlands - sticker, wervelkolom, dolk, label, spin, stekel, etiket, ...
Willekeurige woorden
Aufkauf in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vlugheid, buit, slag, acquisitie, aanwinst, handigheid, verwerving, prooi, bedrevenheid, vaardigheid, opkopen, opkopen van, het opkopen, het opkopen van, opgekocht
Vertalingen: vlugheid, buit, slag, acquisitie, aanwinst, handigheid, verwerving, prooi, bedrevenheid, vaardigheid, opkopen, opkopen van, het opkopen, het opkopen van, opgekocht