Auflösen in het nederlands

Vertaling: auflösen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
oplossing, ontbinden, oplossen, lossen, te ontbinden, te lossen
Auflösen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • auflösbar in het nederlands - oplosbaar, oplosbare, oplosbaar zijn, oplosbaar is
  • auflösbarkeit in het nederlands - ing, van ING, post, de ING
  • auflösend in het nederlands - resolutie, besluit, resolutie van, de resolutie
  • auflösung in het nederlands - verklaring, aangifte, motie, declaratie, besluit, resolutie, overeenstemming, ...
Willekeurige woorden
Auflösen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: oplossing, ontbinden, oplossen, lossen, te ontbinden, te lossen