Aufladen in het nederlands

Vertaling: aufladen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

last, laden, telastlegging, beschuldiging, beladen, inladen, vracht, aanklacht, beklag, tenlastelegging, lading, belasten, herladen, opladen, te laden, aanvulling

Verwante woorden

last in het duits

laden in het duits

telastlegging in het duits

beschuldiging in het duits

beladen in het duits

inladen in het duits

vracht in het duits

aanklacht in het duits

beklag in het duits

tenlastelegging in het duits

lading in het duits

belasten in het duits

Vertalingen

aufkommend in het nederlands - ontluikend, in wording, ontluikende, beginnende, wording
aufladegerät in het nederlands - oplader, lader, Charger, lader van
aufladend in het nederlands - last, vracht, lading, opladen, Het opladen, Charging, Het opladen van, ...
aufladung in het nederlands - beklag, beschuldiging, tenlastelegging, telastlegging, laden, aanklacht, statisch, ...

Willekeurige woorden

transcendentalistisch

geschil in het engels

intelligent in het engels

monter in het engels

vertelsel in het engels

Aufladen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: last, laden, telastlegging, beschuldiging, beladen, inladen, vracht, aanklacht, beklag, tenlastelegging, lading, belasten, herladen, opladen, te laden, aanvulling