Aufmacher in het nederlands

Vertaling: aufmacher, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dirigeren, besturen, voeren, geleiden, brengen, mennen, richten, leiden, lood, hoofdartikel, loodverhaal, belangrijkste nieuws
Aufmacher in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aufmachen in het nederlands - open, openen, openlijk, openmaken, opendoen, geopend, geopende, ...
  • aufmachend in het nederlands - demontage
  • aufmachung in het nederlands - make-up, blanketsel, schmink, lay-out, opmaak, indeling, layout, ...
  • aufmarsch in het nederlands - pralen, omgang, pronken, prijken, stoet, processie, paraderen, ...
Willekeurige woorden
Aufmacher in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: dirigeren, besturen, voeren, geleiden, brengen, mennen, richten, leiden, lood, hoofdartikel, loodverhaal, belangrijkste nieuws