Aufwärmen in het nederlands

Vertaling: aufwärmen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
warm, opwarmen, warmen, verwarmen, warm worden
Aufwärmen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aufwärmend in het nederlands - opwarmen, het opwarmen, warming up, opwarmen van
  • aufwärter in het nederlands - bewaker, intendant, meier, opzichter, ober, kelner
Willekeurige woorden
Aufwärmen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: warm, opwarmen, warmen, verwarmen, warm worden