Aufwickeln in het nederlands

Vertaling: aufwickeln, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
oprollen, wind, scheet, broodje, wikkelen, winden, rol, kadetje, veest, spoelen, vlechten, verpakking, bolletje, strengelen, rollen, handen uit, de handen uit, roll up
Aufwickeln in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aufwertung in het nederlands - periodiek, inspectie, revaluatie, recenseren, revue, bespreken, tijdschrift, ...
  • aufwiegelnd in het nederlands - brandstichter, opruiend, brandbommen, brandgevaarlijke, brandstichtende
Willekeurige woorden
Aufwickeln in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: oprollen, wind, scheet, broodje, wikkelen, winden, rol, kadetje, veest, spoelen, vlechten, verpakking, bolletje, strengelen, rollen, handen uit, de handen uit, roll up