Aushilfe in het nederlands

Vertaling: aushilfe, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
helper, bijstaan, toeverlaat, bijstand, helpen, bedienen, toedoen, assistent, baten, heul, assistentie, hulp, assisteren, met Aushilfe, overeenkomend met Aushilfe
Aushilfe in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aushebung in het nederlands - werving, aanwerving, recrutering, rekrutering, recruitment
  • ausheckend in het nederlands - verzinnen, verzinnend, het verzinnen, verzinnen van, het verzinnen van
  • aushilfen in het nederlands - tijdelijk personeel, uitzendkrachten, tijdelijke functionarissen, tijdelijke functionaris, tijdelijk functionaris
  • aushub in het nederlands - bederven, verknoeien, stukmaken, schenden, havenen, verwennen, toetakelen, ...
Willekeurige woorden
Aushilfe in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: helper, bijstaan, toeverlaat, bijstand, helpen, bedienen, toedoen, assistent, baten, heul, assistentie, hulp, assisteren, met Aushilfe, overeenkomend met Aushilfe