Ausreichen in het nederlands

Vertaling: ausreichen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitbrengen, volstaan, uitrichten, bescheid, voldoen, antwoorden, maken, antwoord, laten, betrachten, uitoefenen, aanwenden, oplossing, bedrijven, wederwoord, toereiken, voldoende, volstaat, voldoende zijn, volstaan met
Ausreichen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ausrede in het nederlands - excuseren, verontschuldigen, excuus, vergeven, verschonen, verontschuldiging, voorwendsel, ...
  • ausreichend in het nederlands - tamelijk, nogal, adequaat, genoeg, vrij, basta, voldoende, ...
  • ausreise in het nederlands - afrit, uittocht, vertrek, afvaart, verlaten, het verlaten, het verlaten van, ...
Willekeurige woorden
Ausreichen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: uitbrengen, volstaan, uitrichten, bescheid, voldoen, antwoorden, maken, antwoord, laten, betrachten, uitoefenen, aanwenden, oplossing, bedrijven, wederwoord, toereiken, voldoende, volstaat, voldoende zijn, volstaan met