Ausstrahlen in het nederlands

Vertaling: ausstrahlen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitstralen, stralen, deze uitstralen, straalt, te stralen
Ausstrahlen in het nederlands
Verwante woorden
uitstralen in het duits
stralen in het duits

Vertalingen

  • ausstoßung in het nederlands - uitwijzing, verdrijving, uitdrijving, verbanning, uitzetting
  • ausstrahlend in het nederlands - uitstralende, uitstraalt, uitstralend, uitstralen, straalt
  • ausstrahlung in het nederlands - emissies, straling, uitzending, broadcast, uitgezonden, uitzendingen
Willekeurige woorden
bek
bekostigen
dribbelen
hazewind
hazewindhond
hebben
hebzuchtig
helder
keus
venerisch
vertikken
wakker
asynchroon
oneetbaar
voorstelt
snipperdag in het engels
Ausstrahlen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: uitstralen, stralen, deze uitstralen, straalt, te stralen