Ausweis in het nederlands

Vertaling: ausweis, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanreiken, overgaan, herkenning, omkomen, aangeven, inhalen, erkenning, verlopen, doorbrengen, doorgeven, langsgaan, passeren, identiteits kaart, identiteitskaart, identiteitskaartkaart, identiteitsbewijs
Ausweis in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ausweidung in het nederlands - verwijderen van de ingewanden, ontdoen van de ingewanden, evisceratie, verwijdering van de ingewanden, ingewanden te ontdoen
  • ausweisen in het nederlands - verbannen, gedeporteerde, uitbannen, uitwijzing, deporteren, identificeren, te identificeren, ...
  • ausweisend in het nederlands - waaruit, waaruit blijkt, waaruit blijkt dat, staving, staving van
Willekeurige woorden
Ausweis in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: aanreiken, overgaan, herkenning, omkomen, aangeven, inhalen, erkenning, verlopen, doorbrengen, doorgeven, langsgaan, passeren, identiteits kaart, identiteitskaart, identiteitskaartkaart, identiteitsbewijs