Autonom in het nederlands

Vertaling: autonom, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
oppermachtig, soeverein, zelfbesturend, onafhankelijk, potentaat, beheerser, autonoom, autonome, zelfstandige, de autonome, zelfstandig
Autonom in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • automatisierungstechnik in het nederlands - automatiseringstechniek, automatiseringstechnologie, de automatiseringstechniek, automation Technology, van automatiseringstechnologie
  • automobil in het nederlands - machine, auto, kar, automobiel, wagen, auto-, automobiele
  • autonomie in het nederlands - zelfvoorziening, vrijheid, autarchie, autonomie, zelfbestuur, zelfstandigheid, de autonomie, ...
  • autonomien in het nederlands - autonomie, autonomieën, autonomies, autonomietijden, van autonomie
Willekeurige woorden
Autonom in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: oppermachtig, soeverein, zelfbesturend, onafhankelijk, potentaat, beheerser, autonoom, autonome, zelfstandige, de autonome, zelfstandig