Bauer in het nederlands

Vertaling: bauer, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
muur, landman, plattelander, landbouwer, boer, wand, provinciaal, vlegel, wal, meier, agronoom, landbouwkundige, pion, pand, pachter, gewestelijk, landbouwers, bedrijfshoofd, boeren
Bauer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bauen in het nederlands - inhalen, uitrichten, constructie, uitbrengen, metselen, voortbrengen, opleveren, ...
  • bauend in het nederlands - vertrouwen, te vertrouwen, een beroep, beroep, met een beroep
  • bauern in het nederlands - boerenstand, boeren, boerenbevolking, boerendom, de boeren
  • bauernbursche in het nederlands - boer, farmer, landbouwer, landbouwers, bedrijfshoofd
Willekeurige woorden
Bauer in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: muur, landman, plattelander, landbouwer, boer, wand, provinciaal, vlegel, wal, meier, agronoom, landbouwkundige, pion, pand, pachter, gewestelijk, landbouwers, bedrijfshoofd, boeren