Beginnen in het nederlands

Vertaling: beginnen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
worden, behalen, krijgen, raken, activeren, ontvangen, ingaan, aanbinden, verwekken, begin, aanzetten, aanhef, aanbreken, intrede, aanvang, genieten, aftrap, kick off, aftrap van, de aftrap
Beginnen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • begießt in het nederlands - doorvochtigt, begiet, watereth, bevochtigt, nat maakt
  • beginn in het nederlands - intrede, bron, beginnen, aanbreken, eind, aanvangen, oorsprong, ...
  • beginnend in het nederlands - starten, beginnen, start, begint
  • beginnt in het nederlands - begint, start, beginnen, gaat
Willekeurige woorden
Beginnen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: worden, behalen, krijgen, raken, activeren, ontvangen, ingaan, aanbinden, verwekken, begin, aanzetten, aanhef, aanbreken, intrede, aanvang, genieten, aftrap, kick off, aftrap van, de aftrap