Eigen in het nederlands

Vertaling: eigen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
raar, passend, bizar, keurig, gepast, fatsoenlijk, ingeboren, betamelijk, vreemdsoortig, gek, eigen, vreemd, behoorlijk, voegzaam, geschikt, bezitten, zelf, een eigen, de eigen
Eigen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • eifrigste in het nederlands - ijverig, ijver, vurig, fanatiek, ijveren
  • eiförmig in het nederlands - ovaal, eirond, eivormig, eivormige
  • eigenart in het nederlands - vak, tak, afdeling, nieuwsgierigheid, weetgierigheid, branche, rariteit, ...
Willekeurige woorden
Eigen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: raar, passend, bizar, keurig, gepast, fatsoenlijk, ingeboren, betamelijk, vreemdsoortig, gek, eigen, vreemd, behoorlijk, voegzaam, geschikt, bezitten, zelf, een eigen, de eigen