Einfach in het nederlands

Vertaling: einfach, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
fair, een, enig, ongehuwd, enkelvoudig, scherp, kennelijk, pas, makkelijk, vlak, gemakkelijk, ongetrouwd, onnozel, unit, licht, alleen, eenvoudigweg, eenvoudig, gewoonweg, alleen maar, enkel
Einfach in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • einer in het nederlands - men, één, je, een, enig, iemand, ene
  • eines in het nederlands - één, je, men, een, ene, iemand
  • einfache in het nederlands - makkelijk, gemakkelijk, eenvoudig, gemakkelijke, eenvoudige
  • einfacher in het nederlands - makkelijker, gemakkelijker, eenvoudiger, vergemakkelijken, beter
Willekeurige woorden
Einfach in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: fair, een, enig, ongehuwd, enkelvoudig, scherp, kennelijk, pas, makkelijk, vlak, gemakkelijk, ongetrouwd, onnozel, unit, licht, alleen, eenvoudigweg, eenvoudig, gewoonweg, alleen maar, enkel