Eispickel in het nederlands
Vertaling: eispickel, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
houweel, tokkelen, verkiezing, afbreken, priemen, keuze, afplukken, oprapen, pikken, afrukken, keus, keur, steken, optie, afkluiven, wegscheuren, ijsbijl, pickel, piolet, ijshouweel
Verwante woorden
Vertalingen
- eiskunstläufer in het nederlands - schoonrijder, figuurschaatser, schaatser van het cijfer, kunstschaatsster, cijferschaatser
- eisläufer in het nederlands - schaatser
- eisprung in het nederlands - ovulatie, de ovulatie, eisprong, de eisprong
- eisschießen in het nederlands - curling, krullen, het krullen, krullend, krullende
Willekeurige woorden
Eispickel in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: houweel, tokkelen, verkiezing, afbreken, priemen, keuze, afplukken, oprapen, pikken, afrukken, keus, keur, steken, optie, afkluiven, wegscheuren, ijsbijl, pickel, piolet, ijshouweel
Vertalingen: houweel, tokkelen, verkiezing, afbreken, priemen, keuze, afplukken, oprapen, pikken, afrukken, keus, keur, steken, optie, afkluiven, wegscheuren, ijsbijl, pickel, piolet, ijshouweel