Fach in het nederlands

Vertaling: fach, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

afdeling, instrumentenbord, vak, discipline, verloop, coupé, thema, beschot, ding, rechtsgeding, stof, branche, onderwerp, aangelegenheid, tak, proces, compartiment, ruimte, compartimenten

Verwante woorden

afdeling in het duits

instrumentenbord in het duits

vak in het duits

discipline in het duits

rechtsgeding in het duits

stof in het duits

branche in het duits

onderwerp in het duits

aangelegenheid in het duits

tak in het duits

proces in het duits

Vertalingen

facette in het nederlands - facet, aspect, facetten, facetgeslepen, geborsteld
facettenreich in het nederlands - veelzijdige, veelzijdig, facetten, vele facetten, veelzijdigheid
facharzt in het nederlands - expert, deskundige, specialist, kenner, consultant, adviseur, consulent
fachausdruck in het nederlands - vakterm, uitdrukking, term, technische term

Willekeurige woorden

overjas in het engels

Fach in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: afdeling, instrumentenbord, vak, discipline, verloop, coupé, thema, beschot, ding, rechtsgeding, stof, branche, onderwerp, aangelegenheid, tak, proces, compartiment, ruimte, compartimenten