Familiär in het nederlands
Vertaling: familiär, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
intiem, gezellig, vertrouwd, knus, partner, innig, makker, kameraad, kornuit, maat, gezin, familie, familiebericht, een familie, families
Verwante woorden
Vertalingen
- familienname in het nederlands - van, achternaam, familienaam, familienaam van, de familienaam
- familiennamen in het nederlands - achternamen, familienamen, namen, met familienamen, voorkomende familienamen
- famos in het nederlands - beroemd, gerenommeerd, roemvol, vermaard, gevierd, glorierijk, welbekend, ...
- fan in het nederlands - beoefenaar, fanatiek, adept, ventilator, aanvuren, helper, aanwakkeren, ...
Willekeurige woorden
Familiär in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: intiem, gezellig, vertrouwd, knus, partner, innig, makker, kameraad, kornuit, maat, gezin, familie, familiebericht, een familie, families
Vertalingen: intiem, gezellig, vertrouwd, knus, partner, innig, makker, kameraad, kornuit, maat, gezin, familie, familiebericht, een familie, families