Fessel in het nederlands

Vertaling: fessel, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
obligatie, ketting, adhesie, binding, band, manchet, keten, ketenen, boeien, enkel, grip, beugel, schakel, sluiting, harpsluiting, shackle
Fessel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fesseln in het nederlands - vastknopen, binden, vastbinden, vast te binden, te binden
  • fesselnd in het nederlands - boeiend, betoverend, fascinerend, boeiende, engrossing, meeslepende, meeslepend
Willekeurige woorden
Fessel in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: obligatie, ketting, adhesie, binding, band, manchet, keten, ketenen, boeien, enkel, grip, beugel, schakel, sluiting, harpsluiting, shackle