Fleischer in het nederlands
Vertaling: fleischer, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
slachten, slager, slachter, vleeshouwer, afslachten, slagerij, slagers, de slager, butcher
Verwante woorden
Vertalingen
- fleisch in het nederlands - essentie, pit, plak, tablet, plaat, kern, vlees, ...
- fleischbrühe in het nederlands - vee, geboorte, gewoontjes, banaal, afgezaagd, alledaags, stock, ...
- fleischerhandwerk in het nederlands - slager, slagerij, slagers, de slager, butcher
- fleischfarben in het nederlands - vleeskleurig, vleeskleurige, vleeskleurig zijn, huidkleurige
Willekeurige woorden
Fleischer in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: slachten, slager, slachter, vleeshouwer, afslachten, slagerij, slagers, de slager, butcher
Vertalingen: slachten, slager, slachter, vleeshouwer, afslachten, slagerij, slagers, de slager, butcher