Freispruch in het nederlands
Vertaling: freispruch, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontzetten, ontslaan, royeren, ontslag, vrijspraak, vrijgesproken, een vrijspraak, de vrijspraak, acquittal
Vertalingen
- freisprechend in het nederlands - bevrijdende, vrijgesproken, vrijspraak, vrij te spreken, vrijspreekt
- freisprechung in het nederlands - vrijspraak, absolutie, vrijgesproken, een vrijspraak, de vrijspraak, acquittal
- freiste in het nederlands - vrijste, meest vrije, Freest, zo vrij, in Freest
- freistehend in het nederlands - vrijstaande, vrijstaand, losgemaakt, kap, los
Willekeurige woorden
Freispruch in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: ontzetten, ontslaan, royeren, ontslag, vrijspraak, vrijgesproken, een vrijspraak, de vrijspraak, acquittal
Vertalingen: ontzetten, ontslaan, royeren, ontslag, vrijspraak, vrijgesproken, een vrijspraak, de vrijspraak, acquittal