Gebärde in het nederlands

Vertaling: gebärde, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gesticuleren, gebaar, gebaren, geste, gebaar van, gesture, beweging
Gebärde in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gebälk in het nederlands - entablature, entablatuur, Hoofdgestel, entablement, kroonwerk
  • gebändigt in het nederlands - getemd, getemde, bedwongen, temmen, tam
  • gebärden in het nederlands - zich gedragen, gedragen, zich, gedragen zich, gedrag
  • gebärdenspiel in het nederlands - gedragen, gedraagt, zich gedragen, gedragen zich, zich
Willekeurige woorden
Gebärde in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: gesticuleren, gebaar, gebaren, geste, gebaar van, gesture, beweging