Gemeinsam in het nederlands

Vertaling: gemeinsam, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ordinair, gewricht, aaneen, gewoonlijk, lid, geleding, tezamen, algemeen, gelid, knoop, gewoon, ineen, tegelijk, wederzijds, onderling, bijeen, samen, bij elkaar, elkaar, samen te
Gemeinsam in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gemeinplatz in het nederlands - plat, afgezaagd, banaal, gewoontjes, alledaags, nietszeggend, gemeenplaats, ...
  • gemeinplätze in het nederlands - gemeenplaatsen, truïsmen
  • gemeinsame in het nederlands - gemeenschappelijk, gemeen, algemeen, gewoon, gemeenschappelijke
  • gemeinsamkeit in het nederlands - gemeenschap, vak, beroep, gemeente, broodwinning, bedrijf, wederkerigheid, ...
Willekeurige woorden
Gemeinsam in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: ordinair, gewricht, aaneen, gewoonlijk, lid, geleding, tezamen, algemeen, gelid, knoop, gewoon, ineen, tegelijk, wederzijds, onderling, bijeen, samen, bij elkaar, elkaar, samen te