Gesäß in het nederlands

Vertaling: gesäß, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
landloper, oprichten, spiegel, verheffen, zetel, gat, kont, aan, zitvlak, grootbrengen, achtergrond, opkweken, mikpunt, ondergrond, onderste, na, bips, billen, de billen, bil
Gesäß in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gesäuert in het nederlands - aangezuurd, verzuurde, aangezuurde, verzuurd, gezuurde
  • gesäumt in het nederlands - bekleed, omzoomde, gevoerde, gevoerd, omzoomd
  • gesäßbacke in het nederlands - bil, billen, bil-, de billen, bilspier
  • gesöff in het nederlands - varkensdraf, spoelsel, spoeling, swill, van spoeling
Willekeurige woorden
Gesäß in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: landloper, oprichten, spiegel, verheffen, zetel, gat, kont, aan, zitvlak, grootbrengen, achtergrond, opkweken, mikpunt, ondergrond, onderste, na, bips, billen, de billen, bil