Gewohnheit in het nederlands

Vertaling: gewohnheit, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toonbeeld, aanwensel, patroon, hebbelijkheid, leggen, plaats, betrekking, praktijk, douane, werkkring, zede, benutten, doorvoeren, knippatroon, sjabloon, usance, gewoonte, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van
Gewohnheit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gewogen in het nederlands - afgewogen, woog, wogen, wegen
  • gewohnheiten in het nederlands - douane, gewoontes, gewoonten, gewoonten te, de gewoonten, gewoonte
  • gewohnheitsmäßig in het nederlands - gebruikelijk, gewoon, gewone, gebruikelijke, de gewone, gewoonlijk
Willekeurige woorden
Gewohnheit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: toonbeeld, aanwensel, patroon, hebbelijkheid, leggen, plaats, betrekking, praktijk, douane, werkkring, zede, benutten, doorvoeren, knippatroon, sjabloon, usance, gewoonte, gewoonte om, rookgedrag, de gewoonte, gewoonte van