Gießen in het nederlands

Vertaling: gießen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gooi, begieten, pies, pis, gedaante, drenken, afgietsel, worp, besproeien, wateren, bevloeien, water, vorm, gieten, bevochtigen, sproeien, uitgieten, schenken, pour, giet
Gießen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gierte in het nederlands - gelegeerd, gelegeerde, of gelegeerde, ongelegeerd
  • gierten in het nederlands - gelegeerd, gelegeerde, of gelegeerde, ongelegeerd
  • gießend in het nederlands - gieten, Het gieten, Het gieten van, Gietend, Pouring
  • gießer in het nederlands - oprichter, stichter, grondlegger, de oprichter, oprichter van
Willekeurige woorden
Gießen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: gooi, begieten, pies, pis, gedaante, drenken, afgietsel, worp, besproeien, wateren, bevloeien, water, vorm, gieten, bevochtigen, sproeien, uitgieten, schenken, pour, giet