Gipfel in het nederlands
Vertaling: gipfel, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
spits, vergroting, gestalte, figuur, top, kruin, afknotten, statuur, verhevenheid, piek, hoogtepunt, bekronen, stortplaats, lichaamsbouw, postuur, punt, boven, bovenkant, bovenste, bovenaan
Verwante woorden
Vertalingen
- ginseng in het nederlands - ginsengen, van ginseng
- ginster in het nederlands - dophei, veger, bezem, dopheide, brem, broom, borstel
- gipfelhöhe in het nederlands - plafon, hoogtegrens, zolder, zoldering, plafond, piekhoogte, de piekhoogte, ...
- gipfeln in het nederlands - culmineren, uitmonden, leiden, hoogtepunt, resulteren
Willekeurige woorden
Gipfel in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: spits, vergroting, gestalte, figuur, top, kruin, afknotten, statuur, verhevenheid, piek, hoogtepunt, bekronen, stortplaats, lichaamsbouw, postuur, punt, boven, bovenkant, bovenste, bovenaan
Vertalingen: spits, vergroting, gestalte, figuur, top, kruin, afknotten, statuur, verhevenheid, piek, hoogtepunt, bekronen, stortplaats, lichaamsbouw, postuur, punt, boven, bovenkant, bovenste, bovenaan