Gleichzeitig in het nederlands

Vertaling: gleichzeitig, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
eigentijds, gelijktijdig, synchronisch, simultaan, op hetzelfde moment, tegelijkertijd, tegelijk, tegelijk te, tezelfdertijd
Gleichzeitig in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gleichwinklig in het nederlands - gelijkhoekig, gelijkhoekige, gelijke hoeken, onder gelijke hoeken
  • gleichwohl in het nederlands - stilte, geruststellen, stillen, nog, niettegenstaande, bedaren, echter, ...
  • gleichzeitige in het nederlands - simultaan, gelijktijdig, gelijktijdige, simultane, tegelijkertijd
  • gleichzeitigkeit in het nederlands - gelijktijdigheid, simultaneïteit, samenklank, simultaneïteit van, van simultaneïteit
Willekeurige woorden
Gleichzeitig in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: eigentijds, gelijktijdig, synchronisch, simultaan, op hetzelfde moment, tegelijkertijd, tegelijk, tegelijk te, tezelfdertijd