Haftung in het nederlands
Vertaling: haftung, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aansprakelijkheid, plaatsen, ambt, betrekking, stationeren, obligatie, schuldenlast, stationsgebouw, grip, adhesie, plaats, wachtpost, statie, binding, werkkring, post, verplichting, de aansprakelijkheid, aansprakelijkheid van, aansprakelijk
Verwante woorden
Vertalingen
- haftete in het nederlands - gehandeld, aangehouden, gehandeld op grond, opgevolgd, nageleefd
- haftpflicht in het nederlands - aansprakelijkheid, schuldenlast, verplichting, de aansprakelijkheid, aansprakelijkheid van, aansprakelijk
- haftvermögen in het nederlands - adhesie, grip, manier van het, manier, manier om, middel van, weg
- hagebutte in het nederlands - rozenbottel, rozebottel, rose hip, rozenbottels, zwelde heup
Willekeurige woorden
Haftung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: aansprakelijkheid, plaatsen, ambt, betrekking, stationeren, obligatie, schuldenlast, stationsgebouw, grip, adhesie, plaats, wachtpost, statie, binding, werkkring, post, verplichting, de aansprakelijkheid, aansprakelijkheid van, aansprakelijk
Vertalingen: aansprakelijkheid, plaatsen, ambt, betrekking, stationeren, obligatie, schuldenlast, stationsgebouw, grip, adhesie, plaats, wachtpost, statie, binding, werkkring, post, verplichting, de aansprakelijkheid, aansprakelijkheid van, aansprakelijk