Handwerk in het nederlands

Vertaling: handwerk, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
handelen, vak, ruil, handenarbeid, nering, ambacht, beroep, handel, ruilhandel, handwerk, koopmanschap, vaartuig, ambachtelijke, vaartuigen, craft
Handwerk in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • handwagen in het nederlands - handkar, stootkar, handcart, bolderwagen
  • handwahrsager in het nederlands - de hand, kant, met de hand
  • handwerker in het nederlands - werker, werkman, arbeider, mecanicien, werktuigkundige, werkkracht, ambachtsman, ...
  • handwerkskunst in het nederlands - vakmanschap, ambachtelijke, afwerking, het vakmanschap, ambacht
Willekeurige woorden
Handwerk in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: handelen, vak, ruil, handenarbeid, nering, ambacht, beroep, handel, ruilhandel, handwerk, koopmanschap, vaartuig, ambachtelijke, vaartuigen, craft