Hausarbeit in het nederlands
Vertaling: hausarbeit, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toebereiding, voorbereiding, voorbereidsel, bereiding, opleiding, huishouden, huishoudelijk werk, huishoudelijk, het huishouden, huishoudelijke
Verwante woorden
Vertalingen
- hausangestellten in het nederlands - huis, house, woning, huis in
- hausangestellter in het nederlands - bediende, eigen, tam, binnenlands, huiselijk, inheems, inlands, ...
- hausarbeiten in het nederlands - klusjes, karweitjes, klussen, taken, karweien
- hausbesetzer in het nederlands - kraker, squatter, krakers, kraakpand, kraak
Willekeurige woorden
Hausarbeit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: toebereiding, voorbereiding, voorbereidsel, bereiding, opleiding, huishouden, huishoudelijk werk, huishoudelijk, het huishouden, huishoudelijke
Vertalingen: toebereiding, voorbereiding, voorbereidsel, bereiding, opleiding, huishouden, huishoudelijk werk, huishoudelijk, het huishouden, huishoudelijke