Herrscher in het nederlands

Vertaling: herrscher, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

monarch, potentaat, liniaal, beheerser, soeverein, oppermachtig, heerser, overste, vorst, leider

Verwante woorden

monarch in het duits

potentaat in het duits

liniaal in het duits

beheerser in het duits

soeverein in het duits

oppermachtig in het duits

Vertalingen

herrschen in het nederlands - heerschappij, liniaal, bewind, beginsel, grondbeginsel, aanvoeren, regeren, ...
herrschend in het nederlands - vonnis, dominant, dominante, hooggelegen, dominerende, overheersende
herrscherin in het nederlands - beheerser, liniaal, keizerin, Empress, de Keizerin, Anna
herrschsucht in het nederlands - bossiness, bazigheid, bazige

Willekeurige woorden

heerschappij in het engels

maatschappelijk in het engels

natuurlijk in het engels

weelderig in het engels

wiebelen in het engels

zeekust in het engels

Herrscher in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: monarch, potentaat, liniaal, beheerser, soeverein, oppermachtig, heerser, overste, vorst, leider