Kürzung in het nederlands

Vertaling: kürzung, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

kastekort, verkorting, afname, gemis, maaien, euvel, snede, verflauwing, afslag, afwezigheid, inkrimpen, deficit, besnoeiing, achteruitgang, hongersnood, korting, reductie, verlaging, verkleining, vermindering, vermindering van

Verwante woorden

kastekort in het duits

verkorting in het duits

verflauwing in het duits

afslag in het duits

afwezigheid in het duits

inkrimpen in het duits

deficit in het duits

besnoeiing in het duits

achteruitgang in het duits

hongersnood in het duits

korting in het duits

Vertalingen

kürzt in het nederlands - bezuinigingen, snijwonden, snijdt, sneden, besnoeiingen
kürzte in het nederlands - verkort, verkorte, ingekort, bekort, ingekorte
kürzungen in het nederlands - bezuinigingen, snijwonden, snijdt, sneden, besnoeiingen
küsse in het nederlands - kus, zoen, kiss, kussen, kus van

Willekeurige woorden

landing in het engels

verbeeldingskracht in het engels

Kürzung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: kastekort, verkorting, afname, gemis, maaien, euvel, snede, verflauwing, afslag, afwezigheid, inkrimpen, deficit, besnoeiing, achteruitgang, hongersnood, korting, reductie, verlaging, verkleining, vermindering, vermindering van