Kontrolleur in het nederlands

Vertaling: kontrolleur, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opzichter, inspecteur, controleur, inspector
Kontrolleur in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • kontrollelement in het nederlands - leiden, beheren, heerschappij, toezicht, regeren, besturen, controle, ...
  • kontrollen in het nederlands - controles, controls, besturingselementen, bedieningselementen, regelaars
  • kontrollgang in het nederlands - circulaire, rondschrijven, cirkel, kringloop, cyclus, ronde, afronden, ...
  • kontrollieren in het nederlands - beheren, controleren, gelasten, richten, opdracht, regelen, commanderen, ...
Willekeurige woorden
Kontrolleur in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: opzichter, inspecteur, controleur, inspector