Laden in het nederlands
Vertaling: laden, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zaak, gelid, voorraad, laden, stock, depot, algemeen, telastlegging, last, beklag, geleding, knoop, gemeenschappelijk, pakhuis, vracht, lid, belasting, lading, load
Verwante woorden
Vertalingen
- ladegerät in het nederlands - oplader, lader, charger, acculader
- ladeluftkühler in het nederlands - intercooler, tussenkoeler, interkoeler, de intercooler
- ladenbesitzer in het nederlands - winkelier, neringdoende, Shopkeeper, handelaar, winkelierster, winkelier van
- ladendieb in het nederlands - winkeldief
Willekeurige woorden
Laden in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: zaak, gelid, voorraad, laden, stock, depot, algemeen, telastlegging, last, beklag, geleding, knoop, gemeenschappelijk, pakhuis, vracht, lid, belasting, lading, load
Vertalingen: zaak, gelid, voorraad, laden, stock, depot, algemeen, telastlegging, last, beklag, geleding, knoop, gemeenschappelijk, pakhuis, vracht, lid, belasting, lading, load