Lebendigkeit in het nederlands
Vertaling: lebendigkeit, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
geest, leven, hachje, biografie, levendigheid, de levendigheid, beweeglijkheid, liveliness, gezelligheid
Vertalingen
- lebendig in het nederlands - opgewekt, alarm, rap, kras, vief, tierig, voeding, ...
- lebendiger in het nederlands - levend, leven, levensonderhoud, woon-, levende
- lebendigste in het nederlands - levendig, levendige, bruisende, gezellige, de levendige
- lebensabend in het nederlands - avondstond, Eventide, avonds, avondtijd, den avondtijd
Willekeurige woorden
Lebendigkeit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: geest, leven, hachje, biografie, levendigheid, de levendigheid, beweeglijkheid, liveliness, gezelligheid
Vertalingen: geest, leven, hachje, biografie, levendigheid, de levendigheid, beweeglijkheid, liveliness, gezelligheid