Machen in het nederlands

Vertaling: machen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beoefenen, voortbrengen, scheppen, opleveren, opbrengen, uitoefenen, uitvoeren, treffen, betrachten, metselen, bedrijven, vertelling, aanwenden, vertelsel, laten, produceren, maken, te maken, te, maak, maakt
Machen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fächer in het nederlands - aanzetten, ventilator, aanvuren, aanwakkeren, fan, ventilator van, de ventilator, ...
  • gefäß in het nederlands - pot, container, pul, foedraal, schip, etui, doos, ...
  • klebung in het nederlands - verbinding, splice, las, verbindingskast
  • laich in het nederlands - kuit, viskuit, kikkerdril, paaien, broed, broedsel
Willekeurige woorden
Machen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: beoefenen, voortbrengen, scheppen, opleveren, opbrengen, uitoefenen, uitvoeren, treffen, betrachten, metselen, bedrijven, vertelling, aanwenden, vertelsel, laten, produceren, maken, te maken, te, maak, maakt