Namen in het nederlands
Vertaling: namen, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
graad, titelen, betitelen, titel, benamingen, de namen, namen van, naam
Vertalingen
- ausbilden in het nederlands - kweken, dresseren, opleiden, grootbrengen, opvoeden, trein, de trein, ...
- erzherzogin in het nederlands - aartshertogin, archduchess, de aartshertogin
- frosch in het nederlands - kikvors, padden, kikker, kikkers, frog, kikker van, De Kikker van, ...
- hatte in het nederlands - had, hadden, gehad, moest, moesten
Willekeurige woorden
Namen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: graad, titelen, betitelen, titel, benamingen, de namen, namen van, naam
Vertalingen: graad, titelen, betitelen, titel, benamingen, de namen, namen van, naam