Nebenbuhler in het nederlands
Vertaling: nebenbuhler, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
concurreren, wedijveren, mededinger, meedingen, concurrent, rivaal, rivaliserende, concurrerende
Verwante woorden
Vertalingen
- aufgetaut in het nederlands - gesmolten, smolt, gesmolten is, smelten, smolten
- erzfeind in het nederlands - aartsvijand, archenemy, aartsrivaal, aartsvijand van, aartsvijanden
- hinzufügung in het nederlands - toeslag, appendix, vermeerdering, toevoeging, aanhangsel, optelling, Daarnaast, ...
- kennlinie in het nederlands - kenmerk, kenmerkend, karakteristiek, tekenend, karakteristieke, kenmerkende
Willekeurige woorden
Nebenbuhler in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: concurreren, wedijveren, mededinger, meedingen, concurrent, rivaal, rivaliserende, concurrerende
Vertalingen: concurreren, wedijveren, mededinger, meedingen, concurrent, rivaal, rivaliserende, concurrerende