Pastor in het nederlands
Vertaling: pastor, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
pastor, minister, dominee, bewindsman, rector, pastoor, voorganger, predikant
Verwante woorden
Vertalingen
- getoastet in het nederlands - geroosterd, geroosterde, getoast, getoaste
- holzkohle in het nederlands - houtskool, kolen, kool, koolstof, charcoal
- immunkörper in het nederlands - immuun, immuunsysteem, afweersysteem, immune, immuunrespons
- irreführende in het nederlands - bedrieglijk, illusoir, misleidend, misleidende, misleidend is, misleidend zijn, van misleidende
Willekeurige woorden
Pastor in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: pastor, minister, dominee, bewindsman, rector, pastoor, voorganger, predikant
Vertalingen: pastor, minister, dominee, bewindsman, rector, pastoor, voorganger, predikant