Periode in het nederlands
Vertaling: periode, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
rondmaken, cyclus, rondschrijven, circulaire, kring, wielrijden, rond, fietsen, kringloop, cirkel, ronde, ritme, afronden, tijd, termijn, periode van, tijdvak
Verwante woorden
Vertalingen
- allzu in het nederlands - buitendien, mede, ook, voorts, bovendien, daarenboven, evenzeer, ...
- beeilung in het nederlands - haastigheid, haast, haasten, dringen, jachten, vaart, spoed, ...
- entkalken in het nederlands - ontkalken, verkalkt, knop ontkalken
- fünfecke in het nederlands - vijfhoeken, pentagons, pentagonen, vijfhoek, vijf-
Willekeurige woorden
Periode in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: rondmaken, cyclus, rondschrijven, circulaire, kring, wielrijden, rond, fietsen, kringloop, cirkel, ronde, ritme, afronden, tijd, termijn, periode van, tijdvak
Vertalingen: rondmaken, cyclus, rondschrijven, circulaire, kring, wielrijden, rond, fietsen, kringloop, cirkel, ronde, ritme, afronden, tijd, termijn, periode van, tijdvak